Compacte stadsauto: Inleiding voor het onderwerp

Met de sleutel in het contactslot kan het contact worden in- en uitgeschakeld en de motor worden gestart en afgezet.

ATTENTIE
  • Nooit de motor afzetten voordat de wagen stilstaat - gevaar voor ongevallen!
  • Als de wagen wordt voortbewogen met niet-draaiende motor moet het contact altijd ingeschakeld zijn. Anders kan het stuurslot vergrendelen - er bestaat gevaar voor ongevallen!
  • De contactsleutel pas uit het contactslot verwijderen als de wagen tot stilstand is gekomen, Parkeren. Anders kan het stuurslot vergrendelen - er bestaat gevaar voor ongevallen!
  • De wagen nooit met draaiende motor zonder toezicht laten - gevaar voor ongevallen, diefstal en dergelijke.
  • De motor nooit in afgesloten ruimten (bijvoorbeeld in een garage) laten draaien - vergiftigings- en levensgevaar!

 

VOORZICHTIG
  • De motor alleen starten als de motor niet draait en de wagen stilstaat - gevaar voor schade aan de startmotor en de motor!
  • De motor niet starten door de wagen aan te slepen - gevaar voor schade aan de motor en de katalysator! Als starthulp kan de accu van een andere wagen worden gebruikt.

Let op De motor niet bij stilstand laten warmdraaien. Zo mogelijk direct na het starten van de motor wegrijden. Daardoor bereikt de motor sneller zijn bedrijfstemperatuur.

    READ NEXT:

     Elektronische wegrijblokkering en stuurslot

    Door de elektronische wegrijblokkering (hierna wegrijblokkering) en het stuurslot wordt diefstal of onbevoegd gebruik van de wagen bemoeilijkt. Wegrijblokkering De wegrijblokkering maakt een motorstart uitsluitend mogelijk bij gebruik van de

     Contact in-/uitschakelen

    Afb. 120 Standen van de sleutel in het contactslot Standen van de sleutel in het contactslot " afb. 120 Contact uitgeschakeld, motor afgezet Contact ingeschakeld Motor starten Motor starten/afzetten Voor het starten van de motor D

    SEE MORE:

     Werking

    Elektronische stabiliteitsregeling WAARSCHUWINGHet systeem is bedoeld om de bestuurder te helpen. Het systeem is niet bedoeld ter vervanging van uw aandacht en inschattingsvermogen. U bent nog steeds verantwoordelijk om tijdens het

     Bediening van het schuif-kanteldak activeren

    Als de bediening van het schuif-kanteldak niet werkt (bv. na het losmaken en aansluiten van de accukabels), dan moet de bediening worden geactiveerd. Het contact inschakelen en de schakelaar in stand zetten " afb. 38 . De schakelaar aan de