Volkswagen up, Skoda Citigo - Instructieboekje (2011-2024): Wegrijden en rijden

Wegrijden en tijdelijk stoppen

  • Het rempedaal intrappen en vasthouden.
  • De motor starten.
  • De keuzehendel in pijlrichting tegen de veerdruk in naar links drukken " afb.125 en stand D inschakelen.
  • Het rempedaal loslaten en gas geven.

Bij het tijdelijk stoppen (bv. bij een kruising) hoeft stand N niet te worden ingesteld.

Hier moet het rempedaal worden ingetrapt om te voorkomen dat de wagen wegrolt.

Tijdens het rijden maximaal accelereren (kickdownfunctie) Bij het volledig intrappen van het gaspedaal in de stand voor vooruitrijden wordt de kickdownfunctie ingeschakeld.

Er wordt een zodanige versnelling gekozen, dat de maximale acceleratie wordt bereikt.

ATTENTIE Een vlotte acceleratie kan (bv. op een glad wegdek) leiden tot het verlies van de controle over de wagen - gevaar voor ongevallen!

Motor inrijden

Tijdens de eerste 1500 km is de rijstijl bepalend voor de kwaliteit van het inloopproces bij de nieuwe motor.

Tijdens de eerste 1.000 km de motor tot ten hoogste 3/4 van het maximaal toegestane motortoerental belasten.

Tussen 1.000 en 1.500 km kan de motorbelasting geleidelijk worden opgevoerd tot het maximaal toegestane motortoerental.

    READ NEXT:

     Tips voor zuinig rijden

    Het brandstofverbruik is o.a. afhankelijk van de rijstijl, de staat van het wegdek en de weersomstandigheden. Voor een zuinige rijstijl de volgende aanwijzingen in acht nemen. Onnodig accelereren en remmen vermijden. Het schakeladvies in

     Aanwijzingen voor het rijden

    Alleen op wegen en in terrein rijden, die geschikt zijn voor de technische toestand van de wagen , Technische gegevens. De bestuurder is altijd verantwoordelijk voor de beslissing of de wagen geschikt is om te rijden in de betreffende omstandi

    SEE MORE:

     Maximumkogeldruk

    Aanwijzing  Wij adviseren gebruik te maken van de maximaal toegestane kogeldruk. Een kogeldruk van 50 kg niet onderschrijden, anders kan de aanhangwagen loskomen. Er rekening mee hou

     Bandenspanningcontrolesysteem

    WAARSCHUWINGHet controlesysteem voor lage bandenspanning vormt geen vervanging voor handmatige controle van de bandenspanning. De bandenspanning moet regelmatig (minstens een keer per maand) worden gecontroleerd met een bandenspanni