Ford Ka+ - Instructieboekje (2018-2024): Versnellingsbak

Handgeschakelde versnellingsbak

Handgeschakelde transmissie met 5 versnellingen

Koppeling gebruiken

N.B.: Wanneer het koppelingspedaal niet volledig wordt ingetrapt, kan dit ervoor zorgen dat schakelen meer moeite kost, dat transmissiecomponenten vroegtijdig slijten of dat de transmissie wordt beschadigd.

N.B.: Rijd niet met uw voet op het koppelingspedaal en gebruik het koppelingspedaal niet om de auto in stilstand te houden op een heuvel. Deze acties leiden tot een kortere levensduur van de koppeling.

Koppeling gebruiken

Auto's met handgeschakelde transmissie beschikken over een startmotorblokkering om het starten van de motor te voorkomen (tenzij het koppelingspedaal volledig wordt ingetrapt).

Om de auto te starten:

  1. Controleer of de parkeerrem is aangetrokken.
  2. Trap het koppelingspedaal helemaal in en zet vervolgens de versnellingshendel in de neutrale stand.
  3. Start de motor.
  4. Trap het rempedaal in en zet de versnellingshendel in de gewenste versnelling: 1 (eerste) of R (achteruit).
  5. Zet de parkeerrem los en laat vervolgens langzaam het koppelingspedaal opkomen terwijl u langzaam op het gaspedaal trapt.
Aanbevolen schakelsnelheden

N.B.: Schakel niet terug naar 1 (eerste versnelling) wanneer uw auto sneller rijdt dan 24 km/h. Hierdoor zal de koppeling beschadigd raken.

Schakel aan de hand van de schakelindicatie op en terug. Voor meer informatieZie Waarschuwings- en indicatielampen.

Achteruit

N.B.: Zorg ervoor dat uw auto helemaal stilstaat voordat u de transmissie in R (achteruit) zet. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot schade aan de transmissie.

N.B.: De versnellingshendel kan alleen in R (achteruit) worden gezet door deze vanuit een positie links van 3 (derde) en 4 (vierde) te schakelen, voordat de versnelling in R (achteruit) wordt gezet. Dit is een blokkeringsfunctie die voorkomt dat de transmissie per ongeluk in R (achteruit) wordt gezet vanuit 5 (vijfde)

Houd het koppelingspedaal ingetrapt en zet de versnellingshendel in de neutraalstand. Schakel naar R (achteruit).

Als er niet volledig in R (achteruit) is geschakeld, trapt u het koppelingspedaal in en zet u de versnellingshendel weer in de neutraalstand. Laat het koppelingspedaal een ogenblik los, trap het vervolgens helemaal in en schakel opnieuw naar R (achteruit).

    READ NEXT:

     Remmen

     Algemene informatie

    WAARSCHUWINGHet systeem is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn. N.B.: Zo nu en dan kunnen remgeluiden hoorbaar zijn; dit is normaal. Als een geluid van

     Tips voor rijden met ABS

    Het anti-blokkeerremsysteem voorkomt geen risico's die ontstaan wanneer: U te weinig afstand ten opzichte van voor u rijdend verkeer houdt. Uw auto last heeft van aquaplanning. U bochten te snel neemt. Het wegdek slecht is. N.B.: Als

    SEE MORE:

     Wiel aanbrengen

    WAARSCHUWINGZorg dat de pijlen op banden voor één draairichting in de juiste draairichting wijzen wanneer de auto voorwaarts rijdt. Als u een reservewiel moet plaatsen met de pijlen in de omgekeerde richting, dan moet u de

     Bandenspanning

    Afb. 145 Plaats van de sticker / banden oppompen De voorgeschreven bandenspanningswaarden staan op de sticker A " afb.145. De sticker kan op de volgende plaatsen zitten. B-stijl aan bestuurderszijde. Binnenzijde van tankklep. De banden