Volkswagen up, Skoda Citigo - Instructieboekje (2011-2024): Inleiding voor het onderwerp

De bandenspanningscontrole (hierna systeem) controleert de bandenspanning tijdens het rijden.

Bij een verandering van de bandenspanning gaat het controlelampje in het instrumentenpaneel branden en klinkt er een akoestisch signaal, Bandenspanning.

Het systeem kan alleen dan goed werken als de banden de voorgeschreven bandenspanning hebben en deze bandenspanningswaarden in het systeem zijn opgeslagen.

ATTENTIE
  • De algemene aanwijzingen m.b.t. het gebruik van de hulpsystemen dienen in acht te worden genomen, in alinea Inleiding voor het onderwerp.
  • Voor de juiste bandenspanningen is altijd de bestuurder verantwoordelijk.

    De bandenspanning moet regelmatig worden gecontroleerd.

  • Het systeem kan bij een zeer snel teruglopende bandenspanning niet waarschuwen, bijvoorbeeld bij een klapband.

    READ NEXT:

     Opslaan van de bandenspanningswaarden

    Afb. 133 Toets voor opslaan van de bandenspanningswaarden Handelwijze bij het opslaan van de bandenspanningswaarden Alle banden tot de voorgeschreven bandenspanning oppompen. Het contact inschakelen. De toets " afb. 133 indrukken en inge

    SEE MORE:

     Trekken van een aanhanger

    WAARSCHUWINGRijd niet harder dan 100 km/u (62 mph). De bandenspanningen achter moeten worden verhoogd met ,2bar boven de specificatie. Overschrijd de maximumdruk op de zijkant van de band niet. Dit kan ernstige verwondingen veroorzak

     Tijd in het instrumentenpaneel instellen

    Afb. 23 Toetsen in het instrumentenpaneel: Variant 1 en 2 / variant 3 De tijd kan bij ingeschakeld contact worden ingesteld. Instrumentenpaneel - Var. 1 en 2 De toets A vasthouden " afb. 23, tot de urenweergave op het display knippert.