Inleiding voor het onderwerp
ATTENTIE
Buitenspiegels vergroten het gezichtsveld, maar laten objecten kleiner
en
verder weg lijken. Daarom de binnenspiegel gebruiken om de afstand tot
achteropkomend verkeer te bepalen.
Dimstand binnenspiegel

Afb. 50
Spiegelstanden
Spiegelstanden " afb. 50
- Basisstand van de spiegel (niet gedimd)
- Spiegeldimming
Buitenspiegel

Afb. 51 Buitenspiegelbediening: Mechanisch/elektrisch
De buitenspiegelglazen zijn (afhankelijk van de wagenuitrusting) mechanisch
of
elektrisch instelbaar.
- Om het spiegelglas te verstellen, de draaiknop in de richting van de
pijlen bewegen
" afb. 51.
Als de elektrische spiegelinstelling eens zou uitvallen, kunnen de
spiegelglazen
met de hand worden ingesteld door voorzichtig op de rand van het spiegelglas
te drukken.
De draaiknop van de elektrisch instelbare spiegels kan in de volgende standen
worden gezet " afb. 51 - B.
Spiegelglas links instellen
Spiegelbediening uitschakelen
Spiegelglas rechts instellen
Spiegelverwarming (werkt alleen bij draaiende motor)
Buitenspiegels naar binnen klappen
De spiegel kan handmatig in de richting van de zijruit worden geklapt. Om de
spiegel weer in de uitgangsstand te zetten, dient de spiegel van de zijruit
terug
te worden geklapt tot deze duidelijk vergrendelt.
ATTENTIE
Het spiegelglas van de buitenspiegels niet aanraken als de
spiegelverwarming
is ingeschakeld, er bestaat gevaar voor verbranding.
READ NEXT:
Inleiding voor het onderwerp
ATTENTIE
De bestuurdersstoel alleen bij stilstaande wagen instellen - anders
bestaat
gevaar voor ongevallen!
Voorzichtig bij het instellen van de stoel! Door ondoordacht of
ongecontroleerd
instelle
Afb. 52
Bedieningselementen van linkervoorstoel
Stoel in lengterichting instellen (na het loslaten van de
bedieningshendel
moet de vergrendeling hoorbaar vergrendelen)
Zittinghoogte instellen
Kanteling van de stoelleuning instellen (b
SEE MORE:
WAARSCHUWINGLangdurig stationair draaien met hoge motortoerentallen kan tot
zeer hoge temperaturen in de motor en het uitlaatsysteem leiden,
waardoor het risico op brand of andere schade ontstaat.
Laat de motor niet stationair draaien en
Afb. 9 Gasgevulde airbags
Het airbagsysteem is alleen bij ingeschakeld contact actief.
Bij het activeren wordt de airbag gevuld met gas en ontvouwt deze zich. Het
opblazen van de airbag vindt in een fractie van een seconde plaats.
Bij het