De safebeveiliging voorkomt dat de portieren van binnenuit kunnen worden
geopend. Daardoor wordt een mogelijke inbraakpoging in de wagen bemoeilijkt.
Inschakelen
De safebeveiliging wordt ingeschakeld als de wagen van buitenaf wordt
vergrendeld.
Op deze functie wordt na het uitschakelen van het contact geattendeerd door
de melding op het display in het instrumentenpaneel.
Inschakelweergave
Als de safebeveiliging is ingeschakeld, knippert het controlelampje in het
bestuurdersportier
2 seconden snel, daarna begint het gelijkmatig en met langere
tussenpozen te knipperen.
Uitschakelen
De safebeveiliging wordt door dubbel vergrendelen binnen 2 seconden
uitgeschakeld.
Het controlelampje in het bestuurdersportier knippert 2 seconden snel, gaat
vervolgens uit en begint na ongeveer 30 seconden regelmatig met langere
tussenpozen
te knipperen.
Als de wagen is vergrendeld terwijl de safebeveiliging is uitgeschakeld, kan het
portier afzonderlijk van binnenuit worden geopend door eenmaal aan de
portiergreep
te trekken.
De safebeveiliging wordt ingeschakeld als de wagen weer wordt vergrendeld.
ATTENTIE
Bij een vergrendelde wagen met ingeschakelde safebeveiliging mogen geen
personen in de wagen achterblijven, omdat van binnenuit noch de portieren,
noch de ruiten kunnen worden geopend. De vergrendelde portieren
maken het hulpverleners in geval van nood moeilijk in de wagen te komen -
levensgevaar!
READ NEXT:
Afb. 32 Portiergreep/slotgreep
Om het portier van buitenaf te openen, de wagen ontgrendelen en in
pijlrichting
aan de portiergreep A trekken " afb. 32.
Om het portier van binnenuit te openen, aan de portiergreep B trekken en
het port
Afb. 33 Achterportier: Kinderslot in-/uitschakelen
De kindersloten voorkomen dat de achterportieren van binnenuit kunnen worden
geopend. U kunt het portier alleen van buitenaf openen.
Om het kinderslot in te schakelen, de vergrendeling met
SEE MORE:
WAARSCHUWINGUitrusting aan de voorzijde van uw auto (inclusief motorkap,
bumpersysteem, frame, carrosseriestructuur vooraan, trekhaken en
motorkappennen) wijzigen of toevoegen kan de prestaties van het
airbagsysteem, waardoor het
Afb. 145 Plaats van de sticker / banden oppompen
De voorgeschreven bandenspanningswaarden staan op de sticker A " afb.145.
De sticker kan op de volgende plaatsen zitten.
B-stijl aan bestuurderszijde.
Binnenzijde van tankklep.
De banden